Erfstuk
Erfstuk is mijn debuutroman, uitgekomen in februari 2023 bij uitgeverij Thomas Rap in co-productie met uitgeverij Manteau. Het is een roman gebaseerd op brieven en documenten uit ons familiearchief en vertelt over het leven van mijn grootvader.
Korte inhoud
Anton is geboren in Nederlands-Indië, als kind van een koloniale planter en een inlandse njai. Na de dood van zijn vader moest de 10-jarige Anton vertrekken uit Java naar zijn oom en tante in Nederland. Hij liet zijn inlandse moeder en zijn jeugd voorgoed achter. In Nederland leerde Anton dat zijn achtergrond verderfelijk is, een plaats waarnaar hij niet mag terugverlangen. De ontkenning van zijn verleden en identiteit leidde hem naar een verborgen dubbelleven. Tot de dag dat hij in het verpleeghuis bericht krijgt dat zijn moeder op Java is gestorven.
Tijdens een bezoek aan Anton ontdekt kleindochter Ana het eerste van de vele geheimen van haar grootvader. Met de dood van zijn moeder en zijn eigen nakende einde schakelt Anton zijn kleindochter in om op zoek te gaan naar zijn keris pusaka, een erfstuk uit zijn Indische verleden. Gedurende de zoektocht naar de keris ontsluiert Ana langzaam maar zeker het geheime leven van haar grootvader. Haar loyaliteit naar de familie wordt hierdoor op de proef gesteld, tegen de achtergrond van Ana’s eigen chaotische leven: haar complexe relatie met haar vriend Tom, de moeilijke relatie met haar moeder Maria.
Ana worstelt met de familiegeheimen en doorbreekt als eerste het grote zwijgen. Dat blijft niet zonder gevolg.
Erfstuk is een caleidoscopische roman waarin Anton tot leven komt via de blik van zijn kleindochter en de historische personages uit zijn verleden, zoals o.a. de huishoudster in Nederlands-Indië, de rector-pastoor van het internaat, zijn vader en moeder, de oom en tante en de verschillende vrouwen in zijn leven.
Het verhaal speelt zich af tussen 1893 en 1989, zowel in Nederlands-Indië als in Nederland. Het is een roman gebaseerd op ware gebeurtenissen, over de gevolgen van (de)kolonisatie binnen een familie, het intergenerationele trauma, dat thema’s als schaamte, verlies, verraad en ontheemding aanraakt.
Fragment
‘Maiti was erbij geweest, vorig jaar, toen de maan in de juiste positie stond en Soeminah de mantra’s uitsprak over de pas gesmede heilige keris voor haar zoon. Soeminah had de dolk, roodgloeiend uit het vuur, laten schrikken in een holle bamboestam gevuld met kokosolie. Krom gezeten naast het open vuurtje prevelde de oude vrouw verschillende spreuken en hield vervolgens, heel even, de punt van het gloeiende blad tegen haar tong.
Maiti had het ijzer horen sissen en ze rook ook nu nog de geur van metaal, vuur, wierook en verbrand vlees. Daarna koelde Soeminah de keris in een bad van bloemenwater en werd het blad een dag geweekt in kokossap, alvorens het handvat zou worden gemaakt.
Twee dagen had Soeminah geofferd en Maiti had verse bloemen, zwarte koffie, thee met suiker, witte rijst en bananen aangesleept. Het lastigste moment was toen de levende kip werd gevild en zij het bloed moest opvangen om daarna, uit de ingewanden, zorgvuldig de kippenlever te snijden. Iets wat Soeminah haar als kind had geleerd en wat ze nooit graag had gedaan.
‘Als je hem in je kamer uitpakt breng je de keris naar je voorhoofd.’ Maiti deed het voor door de witte doek tegen de plek tussen haar wenkbrauwen te leggen. ‘En als je hem uit zijn schede haalt, doe je, bij wijze van begroeting, hetzelfde. Verder vraag je aan Tjang hoe je voor de keris moet zorgen. Begrepen?’ Anton knikte en stak het pakketje achter zijn broekband, onder zijn jakje.
Haar jongen zou hopelijk alle kansen krijgen, al was ze daar niet helemaal zeker van.’